Tijdens de transformatie van een kantoorgebouw naar appartementen heeft een plafond- en wandbedrijf gipskartonplatenplafonds en -wanden gemonteerd. De plafonds waren opgebouwd uit metalen C-profielen van 100 mm die hart op hart om de 400 mm waren aangebracht. De maximale overspanning bedroeg ongeveer 5 meter en was in het midden aan de bovenliggende betonnen verdiepingsvloer afgehangen. Tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden was het gebouw open, vochtig en koud geweest. Enkele maanden na oplevering was in meerdere appartementen scheurvorming opgetreden in diverse plafonds en een enkele wand. Het plafond- en wandbedrijf wilde weten wat hier de oorzaak van was en heeft het TBA verzocht een onderzoek uit te voeren.
‘Ter plaatse zag ik dat de plafonds waren gemonteerd met een metalen frame van C75 profielen’, vertelt Hermen de Hek, onze expert op het gebied van plafonds- en wanden. ‘De hart op hart afstand bedroeg 400 mm. De profielen waren om de +/- 1800 mm met een koppelprofiel afgehangen aan de bovenliggende betonnen verdiepingsvloer of betonnen dak. Er was nergens sprake van een te grote overspanning. De gipsplaten waren +/- om de 170 – 200 mm geschroefd.
Ik zag wel dat er in een appartement een lekkage was geweest vanaf het dak ter plaatse van de nieuwe dakopbouw en via de dakranden. De plafonds waren reeds hersteld. Maar de plafonds waren weer gaan scheuren vanwege de nieuwe lekkage. De opbouw van het plafond was met een gat in het plafond bekeken en zoals hierboven staat omschreven vastgesteld. Dit appartement zat daarbij ook aan de zonzijde en het was extreem warm in de ruimte. Ik zag dat het plafond een golvende vorm had. De gipsplaten waren tussen de liggers (C-profielen) doorgezakt. Dit kon alleen als er sprake was geweest van zeer veel vocht.
De scheurvorming werd in deze situatie veroorzaakt door te vochtige omstandigheden in de appartementen. Deze omstandigheden waren veroorzaakt door lekkage vanaf het dak en de dakrand. De oorzaak van de scheuren was het krimpen van de plafonds door het opdrogen na de lekkage. Als werkzaamheden in een niet geconditioneerde of niet wind- en waterdichte bouw plaatsvinden kan bouwvocht/lekwater makkelijk door de gipsplaten worden opgenomen. Hierdoor zullen plafonds iets uitzetten. Als het gebouw gaat drogen zal er krimp optreden in de wanden en plafonds. Wanneer de spanning van de krimp te groot wordt zal er scheurvorming optreden op de zwakste plek. Dat is ter plaatse van de plaatnaden, zoals ook in deze appartementen het geval was. De golvende plafonds bevestigden het beeld van te lang, te veel vocht in de ruimte. Hierdoor waren de gipsplaten zacht geworden en doorgezakt.
Herstel was zeker mogelijk. De ondergrond moest volledig droog zijn. Ook mocht er geen lekkage meer optreden. De voegafwerking inclusief de wapeningsband moest volledig verwijderd worden.Vervolgens moest de ondergrond vrij worden gemaakt van voegresten. Daarna moest de ondergrond behandeld worden met primer om de stofdeeltjes vast te zetten en om de zuiging van de ondergrond te beperken. De gipsplatenvoeg moest gevuld worden met een vezelversterkte voegenvuller en in de natte voeg moest een papieren (of glasvlies-)wapeningsband aangebracht worden. Na volledige droging kon de voeg worden gefinisht en geschuurd.’
Heeft u schade en wilt u graag de oorzaak achterhalen? Bel dan 070 33 66 500 of mail naar info@tbafbouw.nl