070 33 66 500 info@tbafbouw.nl

In een woonkamer is door een plafond- en wandbedrijf een verlaagd plafond gemonteerd. Vervolgens heeft een stukadoorsbedrijf het plafond gestukadoord. Na het stukadoren van het plafond, maar voor het schilderen, zagen de bewoners op meerdere plaatsen scheuren zichtbaar worden. De scheuren waren vooral te zien op de langsnaden tussen de stucplaten. Ook zagen ze dat het plafond op een golvend heuvellandschap begon te lijken: overal zaten bollingen! Om de oorzaak te achterhalen en erger te voorkomen hadden de bedrijven en de bewoners een spoedaanvraag gedaan bij Technisch Bureau Afbouw.

Onze expert op het gebied van plafonds en wanden is Hermen de Hek. Ook voor deze aanvraag was hij de aangewezen man. “Veel scheuren en golven. Dat was het enige wat ik zag toen ik de woonkamer binnenliep”, vertelt Hermen. “Het verlaagde plafond was opgebouwd uit een regelwerk van houten rachels die tegen de bestaande betonnen verdiepingsvloer was bevestigd. In de uitbouw was een klein deel (ongeveer 1m1) tegen een houten balklaag gemonteerd. De hart op hart afstand van de rachels, waarop stucplaten zijn gemonteerd, bedroeg 400mm. De toegepaste stucplaten hadden een afmeting van 2000x400mm en waren met 3 schroeven op de rachels vastgezet. De kopse naden waren stijf tegen elkaar aangebracht. De langsnaden waren  5 tot 8mm opengehouden. Op een enkele plaats zat een grotere naad. Op naden van de stucplaten had het  stukadoorsbedrijf een gaasbandje aangebracht. Daarna was  een pleisterlaag aangebracht van ongeveer 3 tot 5mm. Het plafond was  door de stukadoor in één laag afgewerkt. De duidelijke golvingen of bollingen in het plafondvlak liepen telkens van naad tot naad.

De oorzaak van de scheurvorming moest worden gezocht in de volgende punten:

1. De stucplaten waren met te weinig schroeven gemonteerd. De schroefafstand diende maximaal 100mm te zijn. Dit hield in dat er op een stucplaat van 400mm 5 schroeven moeten zitten over de breedte van de stucplaat, op elke rachel. Het ontbreken van schroeven had ervoor gezorgd dat de stucplaten na het nat worden door de pleisterlaag waren gaan uitzakken. Het gevolg hiervan waren de bollingen/golving in het plafondvlak.
2. Een onjuiste vulling van de ruimte tussen de plaatnaden door het aanbrengen van gaasband op de opening.
3. Te weinig laagdikte van het pleisterwerk. Deze diende rond de 8 tot 10mm te bedragen. Door de combinatie van punt 2 en 3 kon geen sterke verbinding worden verkregen op de langsnaden. Het gevolg was dat er door spanningen op de zwakke plaatsen scheuren ontstond. Dat was in dit geval ter plaatse van de plaatnaden. Dit gebeurde in principe niet op de kopse naden. Deze naden werden altijd ondersteund door een rachel.

Het herstellen van de schade was zeker mogelijk:

– Het bijschroeven van de plafonds.
– Het openmaken van de langsnaden over de gehele diepte van de pleisterlaag tot in de naad tussen de stucplaten.
– Het primeren van deze ondergrond om de eerste zuiging te beperken.
– Het vullen en afwerken van de naden met gips conform TBA -richtlijn 1.1 (Paddenstoelvorm).
– Indien noodzakelijk het gehele plafond voorstrijken en overpleisteren om een vlak eindresultaat te krijgen.
– Het opnieuw schilderen van het plafond. Ook mogelijk: het behangen van het totale oppervlak met een vliesbehang en het daarna schilderen. Het vliesbehang zal het oppervlak extra versterken om scheurvorming in de toekomst te beperken.

Heeft u schade en wilt u graag de oorzaak achterhalen? Bel dan 070 33 66 500 of mail naar info@tbafbouw.nl. Wij helpen u verder.

Download de gratis TBA-app!